Gisterenmiddag tegen vier uur kon Hans met de vertalers de laatste verzen van Jesaja nakijken. Dat voelde goed, Jesaja is af! En we aten veel vis deze week…

Het SIL-centum huisvest een kostschool met 103 geslecteerde leerlingen die gespecialiseerd middelbaar onderwijs volgen. Hans en ik eten tussen de middag mee met wat de kost schaft:
Vis, vis en nog eens vis. Gestoomde vis, gegrilde vis, gerookte vis, gemalen vis…Je moet hier van vis houden!
Na een maaltijd gisteren van gemalen vis in tomatensaus en hardgekookte eieren zijn we blij vanmiddag een gegrild visje (inclusief kop) op ons bord te zien. De vis is heerlijk vanmiddag maar zit alleen natuurlijk vol met graatjes. We zien onze Togolese collega een paar keer kijken als we telkens wat graatjes uit ons mond halen om netjes op onze bordrand te leggen. “Is er wat?” vraagt Diet. “Nee hoor” zegt hij, maar lacht. “Doen we iets verkeerd, cultureel?  “Vraagt Diet dit keer. “Nee hoor” zegt hij.
Nu moet je weten dat we in West Afrika in “a no-shame” cultuur zitten. Je laat iemand nooit en te nimmer gezichtsverlies leiden. Iemand doet nooit iets verkeerd zogenaamd.
“Hoe eten jullie vis in Dapaong?” Diet weet van geen ophouden. Ze stelt de vraag gewoon op drie manieren.
Onze collega is Moba en komt uit het gebied dat grenst aan Burkina Faso.
Nu krijgen we wel te horen hoe ze vis eten. “Je hebt een linker en een rechter wang toch? “
Ja, dat hebben we maar dat helpt ons de zaak nog niet begrijpen. Het blijft een poosje stil. Ook wij wachten het maar even af. “Nou” zegt hij voorzichtig. “Je hevelt met je tong de graten naar de linker kant van je mond, de zachte vis gaat naar de rechter kant van je mond. 2 wangzakken hebben we van God gekregen”. Aha! Zeggen we. Het licht begint te dagen. “Alles uit je rechterwangzak slik je door en aan het einde van de maaltijd spuug je je linkerwangzak leeg. Zo doen we dat ook met kippenbotjes”.  Nu lachen we alle drie!
Zouden we ooit zo vis kunnen leren eten? Het klinkt namelijk makkelijker dan het in werkelijkheid is wanneer we het de volgende dag (met een ander visje) discreet proberen.
Hans en ik komen al meer dan 30 jaar in Afrika. We horen nog steeds nieuwe dingen!

Een aantal hoofdstukken in Jesaja bevat verzen die gelijk zijn, of min of meer gelijk zijn, met verzen uit 2 Koningen. Parallelverzen noemen we die.
Je zou verwachten dat de vertalers, aangekomen bij deze verzen, zouden denken: Yippie, even niet vertalen. Alleen even kijken hoe we dat ook alweer in 2 Koningen hebben gedaan. Maar dat gebeurde niet. (Het is ook niet altijd slim om het zo te doen: uit een nieuwe poging kan een betere vertaling voortkomen.)
Hoe dan ook, onze vertalers hebben deze gedeelten helemaal opnieuw vertaald. Maar wel ánders. En zonder zich bewust te zijn dat de twee passages met elkaar vergeleken moesten worden. Zucht. Zo gaat dat natuurlijk weleens. Het was inspannend  en duurde lang voordat ik met de vertalers er voor kon zorgen dat de teksten woord voor woord hetzelfde waren, of, waar dat nodig was, de verschillen konden worden gehandhaafd. Nu is alles consequent en consistent vertaald. Het was een heleboel werk.
Heel trots hebben de vertalers ons ook laten zien dat Josua in leesvorm is uitgegeven. Een mooi klein boekje is het geworden dat voor 70 cent nu in de boekhandel ligt.

De eerste volle werkweek, na de lange reis, zit er bijna op als Hans laat vrijdagmiddag onze kamer binnenloopt. ‘De vertalers waarschuwen ons dat het heel lawaaierig kan worden’, zegt hij. Er is een begrafenis dit weekend.
Ik had al veel bedrijvigheid gezien vlak voor de poort van het SIL-centrum. Een grote partytent en een joekel van een geluidsinstallatie.
Nu moet je Afika kennen: een begrafenis betekent van vrijdagavond tot en met zondag knalharde muziek, klaagzang, trommels en dronken mensen.
En zo gebeurde.
Alleen…kwam de herrie niet alleen van de straatkant maar even later ook van de conferentiezaal vlak naast ons huis. Ook daar een versterker, voluit. Een kerk houdt tegenwoordig op vrijdagavond, zaterdagavond en zondagmorgen diensten op het SIL-centrum.
Het geluid kwam oorverdovend van beide kanten!
Ik ben gezegend met een doortastende man. Hans zei niet veel maar nadat we gegeten hadden stelde hij voor onze toilettassen te pakken en er op uit te gaan, naar een hotel.

Enfin!
Wij hebben dus ons weekend doorgebracht in een West Afrikaans hotel. Een nette kamer met ramen en gordijnen die niet openkonden. Maar wel een schoon bed en een nette badkamer. Ik had inmiddels zoveel hoofdpijn dat ik dubbel zag van ellende met een vergezellende piep en brom in mijn oor die tot in Tokyo gehoord konden worden. Maar de donkere, ongezellige kamer was wel precies wat ik nodig had om weer bij te komen en Hans kon in alle rust zijn preek voor zondagmorgen voorbereiden. Zondagmiddag keerden we terug naar het SIL-centrum. De rust was er weer gekeerd.

We hadden net ons boeltje weer uitgepakt toen er geklopt werd. Daar stonden Joël en zijn vrouw met een tas waarin we wat konden zien bewegen. Mochten ze even binnen komen? Na elkaar eerst uitgebreid gegroet te hebben kwamen ze zitten. Ze hadden een kado voor ons!
Heel voorzichtig haalden ze een….haan uit de tas!
Voor ons, zeiden ze vol trots, als dank dat we hen de afgelopen jaren hadden geholpen om hun huis te bouwen.
Een haan! Wat moeten daar nou mee? Mee terugnemen naar Nederland zal niet gaan. We hebben hem nu aan een koord achter het huis vast gemaakt met een bakje met water en wat maiskorrels.
En… wat hoorden we maandagmorgen vroeg toen we om half zes wakker werden? Ja, juist! Het gekraai van een haan vlak achter ons huis!

Het was ons het weekend wel!
Blij waren we dat we weer “gewoon” aan het werk konden vanmorgen. Hans is inmiddels, inclusief vandaag, in Jesaja 28 aangeland.

Wordt vervolgd!

“Niet alleen maar samen” zingen Elly en Rikkert in een van hun kinderliedjes.
Terwijl Hans en ik ons aan het voorbereiden zijn op onze reis naar Togo  van a.s. dinsdag klinkt dit liedje telkens in mijn hoofd.
“Niet alleen, maar samen!”
Het is in ons geval zo waar. Dit Bijbelvertaalwerk zouden we nooit alleen kunnen doen. We zijn omringd door zoveel lieve mensen. Onze gemeente in Hilversum bidt voor ons en leeft praktisch mee. Ons thuisfrontcomite vergadert regelmatig en houdt goed de vinger aan de pols. We maken deel uit van de Nederlandse afdeling van Wycliffe die ons een kader biedt om binnen te werken. Vrienden rijden ons morgen naar Brussel. Als we na de vlucht moe aankomen in Lome, staan daar onze Togolese vrienden ons op te wachten en mogen we twee nachten bij hen logeren. Van een ander echtpaar mogen we een auto lenen waarmee we dan donderdag  de lange rit naar het noorden maken. En aangekomen in Kara op het SIL centrum zijn daar onze Togolese SIL collega’s. Er wacht ons altijd een warm onthaal. Ook van het Togolese echtpaar met hun vier kinderen die de boekhandel runnen.
Als Hans dan maandag om de tafel gaat zitten om te beginnen met het nakijken van Jesaja zijn daar de vertalers.  Zij werken al jarenlang trouw elke dag aan het Oude Testament in het Kabiye. En ook zij zijn omringd door anderen die meewerken, mee helpen en meebidden.
“Niet alleen, maar samen!”

Dankbaar zijn we voor jullie, voor u. Dankbaar ook naar God die elke keer weer genade geeft.

Dankbaar zijn we natuurlijk ook voor het feit dat Diet mee kan dit keer. Na het ongeluk van januari 2018 leek het een poos of dit onmogelijk zou gaan worden. Het blijft wel spannend, want helemaal hersteld is Diet nog niet. Maar we zijn wel vol goede moed. Ze heeft geen vol programma en is vrij om net zoveel of net zo weinig te doen als ze aankan.
We hopen jullie vanuit Togo weer op de hoogte te houden.

Hans is inmiddels alweer een week in Pointe-Noire, Congo en het werk met de Kituba-vertalers gaat goed. Ze zijn vrijdag in Exodus 19 aangeland. Hans moet zo’n 100 verzen per dag doen wil hij op tijd klaar zijn. Hans logeert bij een Amerikaans echtpaar en neemt ’s morgens de taxi (allemaal blauw witte Toyota’s) naar het SIL-kantoor. Met drie vertalers en twee terugvertalers, en met de tekst op de muur geprojecteerd lopen ze zo door Exodus, vers voor vers. Laat op de middag weer met de taxi terug naar “huis”.
Het Kituba wordt gesproken door 3 miljoen mensen. Het Nieuwe Testament kwam in 2004 uit en is inmiddels een paar keer herdrukt.

Mooi nieuws: in Mali zijn de 8.000 Bijbels aangekomen. De tweede druk van de Dogon Bijbel! Vijf jaar geleden kwam de Dogon Bijbel voor het eerst uit. De 5.000 exemplaren van deze eerste druk waren begin dit jaar allemaal verkocht. Dankbaar zijn we voor de Nederlandse gevers die meehielpen om deze herdruk mogelijk te maken. We zijn bij dit project betrokkken. Hans heeft de hoofdvertaler helpen opleiden tot vertaalconsulent.
Veel mensen komen in dit Dogon gebied tot geloof. Maar er zijn grote zorgen om de veiligheid. Tijdens het Pinksterweekend kwamen 95 mensen om in een dorpje dat binnengevallen werd door Fulani, waarvan het vermoeden bestaat dat ze gelieerd zijn aan Jihadisten. Ethnisch geweld speelt een grote rol. Willen jullie danken voor het Evangelie dat hier voet aan de grond krijgt? Maar ook bidden voor de jonge gelovigen en de veiligheidssituatie?
Hans is inmiddels goed aangekomen in Pointe-Noire, Congo. Hij werkt met de vertalers aan Exodus.
In een volgend bericht meer daarover.
Voor nu: dank voor jullie betrokkenheid en gebed!

De eerste drie dagen brachten we door in een klein huisje pal aan de kust. SIL-AFA vergaderingen voor Hans. Samen met collega-vertaalconsulenten voor West-Afrika werd van alles besproken, planningen gemaakt voor de komende twee jaar en naar elkaar geluisterd en voor elkaar gebeden. Heel fijn was het voor alle deelnemers om even niet te hoeven communiceren via e-mail, skype of zoom. Persoonlijk contact gaat toch boven alles.
De vliegreis verliep goed voor Diet. Schiphol en de drukte op de luchthaven was nog wel lastig. Maar het vliegen en de grote hoogte gaf geen probleem. We danken God!
Na de drie dagen met de collega’s hebben we nog een aantal dagen in een Airbnb appartement gelogeerd in een klein plaatsje onderaan de Mourne mountains. Ondanks de regen hebben we toch bijna elke dag een heerlijke wandeling in de bergen kunnen maken.
Nu thuis bereid Hans zich voor op de volgende reis. Donderdagnacht vliegt hij vanaf Dusseldorf naar Congo-Brazzaville om in de Kituba-taal het boek Exodus na te gaan kijken. D.V.

Dinsdag vliegen we samen naar Belfast waar Hans, samen met zijn collega vertaalconsulenten, vergaderingen heeft. De FR AFA SIL coordinator heeft een vakantiehuis aan de kust een uurtje rijden ten zuiden van Belfast. Diet vliegt mee om te zien of ze het vliegen al aankan. Spannend. Het is voor ons soms moeilijk inschatten wat ze wel of niet al aankan. We gaan het zien. Als het vliegen goed gaat hebben we hoop dat ze in het najaar mee zal kunnen naar Togo. We zijn 8 juni weer terug. Eind juni hoopt Hans naar Congo- Brazzaville te reizen om Exodus na te gaan kijken in het Kituba.

De Kabiye-vertalers met links Dadja en helemaal rechts zijn vrouw Rebecca.

Beste vrienden,
Een hartelijke groet uit Almere waar we een aantal rustige maanden achter de rug hebben. We zijn dankbaar voor jullie trouwe ondersteuning en gebed. 

Graag brengen we dit keer het Kabiye-project in Togo onder jullie aandacht.
Er gebeuren hier mooie dingen. Maar er is ook dringend gebed nodig.

Lees meer hierover in onze laatste nieuwsbrief: https://mailchi.mp/9c915421269b/nieuwsbrief-hans-en-diet-mei-2019

Een paar weken geleden werd ik, Hans, midden in de nacht wakker en kon de slaap maar moeilijk hervatten. Ik lag te piekeren over de Deuterocanonieke (of Apocriefe) boeken in het Kabiyè.  Nog steeds had ik niet gehoord of er al was begonnen met de vertaling hiervan, terwijl ik al meerder malen had aangedrongen op het vormen van een katholiek vertaalteam voor deze boeken.

‘Waarom is dit belangrijk?’, hoor ik iemand zeggen, ‘we hebben toch genoeg aan de Protestantse Bijbel, de Canon?’

Welnu, in Afrika is het van belang de eenheid van christenen te accentueren. Dit is zeker policy bij de Bijbelgenootschappen. Een belangrijke voorwaarde voor hen is dat de Protestantse en Katholieke Bijbel op een en dezelfde dag feestelijk worden gepresenteerd.

In het Fon project, een aantal jaren geleden, was dat de reden waarom we lang hebben moeten wachten tot de Bijbel kon worden gepresenteerd. De katholieken waren te laat begonnen, terwijl de Protestantse tekst al klaar was. U begrijpt nu waarom ik wakker lag: ik wilde niet dat dit zich herhaalde.

De volgende dag heb ik direct een mail gestuurd om mijn collega’s in Togo  nogmaals eraan te herinneren dat er nu eindelijk aangevangen moest worden met deze boeken. Tot mijn grote opluchting kreeg ik de volgende dag een mail waaruit bleek dat er al een team was samengesteld: twee priesters die het op zich hadden genomen de Apocriefe boeken te vertalen en die daar al mee begonnen waren.

Nu hoeven we in de niet al te verre toekomst naar het zich laat aanzien niet op elkaar te wachten!