Een paar weken geleden werd ik, Hans, midden in de nacht wakker en kon de slaap maar moeilijk hervatten. Ik lag te piekeren over de Deuterocanonieke (of Apocriefe) boeken in het Kabiyè. Nog steeds had ik niet gehoord of er al was begonnen met de vertaling hiervan, terwijl ik al meerder malen had aangedrongen op het vormen van een katholiek vertaalteam voor deze boeken.
‘Waarom is dit belangrijk?’, hoor ik iemand zeggen, ‘we hebben toch genoeg aan de Protestantse Bijbel, de Canon?’
Welnu, in Afrika is het van belang de eenheid van christenen te accentueren. Dit is zeker policy bij de Bijbelgenootschappen. Een belangrijke voorwaarde voor hen is dat de Protestantse en Katholieke Bijbel op een en dezelfde dag feestelijk worden gepresenteerd.
In het Fon project, een aantal jaren geleden, was dat de reden waarom we lang hebben moeten wachten tot de Bijbel kon worden gepresenteerd. De katholieken waren te laat begonnen, terwijl de Protestantse tekst al klaar was. U begrijpt nu waarom ik wakker lag: ik wilde niet dat dit zich herhaalde.
De volgende dag heb ik direct een mail gestuurd om mijn collega’s in Togo nogmaals eraan te herinneren dat er nu eindelijk aangevangen moest worden met deze boeken. Tot mijn grote opluchting kreeg ik de volgende dag een mail waaruit bleek dat er al een team was samengesteld: twee priesters die het op zich hadden genomen de Apocriefe boeken te vertalen en die daar al mee begonnen waren.
Nu hoeven we in de niet al te verre toekomst naar het zich laat aanzien niet op elkaar te wachten!